Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

De twaalf allerbeste bollen en knollen voor biodiversiteit

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Carien van Boxtel, tuin- en landschapsontwerper en ontwerper/beplantingsdeskundige bij Jub Holland, vrijdag 30 augustus 2019
292 sec


Bloeiende bloembollen en -knollen, met name de verschillende soorten verwilderingsbol- en -knolgewassen, vroeger wel minachtend 'bijgoed' genoemd, zijn door hun sprankelende kleuren en vaak vroege bloei prachtig en bijzonder bruikbaar in het openbaar groen. Juist in het seizoen dat de natuur nog moet ontwaken, vormen bloeiende bloembollen prachtige accenten. In het gazon, in ruig grasland, in bermen of struweel en heestergroepen. Voor ons mensen zijn ze een lust voor het oog en bijzonder heilzaam voor de geest: een jaarlijks terugkerend lenteritueel waar we vrolijk van worden.


Bloembollen en biodiversiteit

Zijn bloeiende bloembollen alleen maar mooi of zijn ze ook nuttig? Wat is hun betekenis voor de biodiversiteit? Bloembollen bevatten relatief veel nectar en stuifmeel. Nectar en stuifmeel vormen essentieel voedsel voor insecten, onder meer om weerstand op te bouwen. Als de omringende beplanting nog weinig te bieden heeft, vliegen insecten massaal op de wel aanwezige bloeiende bloembollen. En juist die insecten kunnen onze hulp goed gebruiken. Het mooie is: al die soorten, ook de inheemse, zijn nog in cultuur en leverbaar.


Daling insectenstand: code rood voor de natuur en onze voedselketen

Nu duidelijk is dat insecten niet alleen in soortenrijkdom, maar ook in aantallen sterk afnemen, is het besef groter dan ooit dat we daar iets aan moeten doen. Op grote en kleine schaal kunnen we daar allemaal een bijdrage aan leveren. Door het aanplanten en ook sparen van bomen, door het inzaaien met inheemse planten en akkerkruiden, door minder en slimmer te maaien, én door veel meer bloeiende drachtplanten en bomen toe te passen. Ook in het professionele beheer van openbaar groen en tuinen begint men te beseffen dat hier een belangrijke verantwoordelijkheid ligt.


Bijzonder heilzaam voor de geest: bol- en knolgewassen, een jaarlijks terugkerend lenteritueel waar we vrolijk van worden

Bloembollen en bijen: voedselketen en diversiteit

Honingbijen en wilde bijen, waaronder ook hommels en sluipwespen, spelen als bestuivende insectensoorten van cultuurgewassen een sleutelrol in de voedselketen. Er is berekend dat bijen voor 3,4 miljard euro bijdragen aan de productie van land- en tuinbouwgewassen. Ook voor de natuur is de afname van de insectenstand een regelrechte ramp. We verliezen niet alleen insecten, maar ook verder in de keten, voor vogels en kleine zoogdieren, zijn de gevolgen funest. Een voorbeeld: minder bladluizen en kleine insecten op de bladeren van hondsdraf betekent minder egels, spitsmuizen, lijsters en merels.


Nectar en stuifmeel

Nectar is de zoete, stroperige vloeistof die via nectarklieren naar buiten komt. Vlinders zijn verzot op nectar en terwijl ze met hun vrolijke kleuren van bloem tot bloem fladderen, zorgen ze en passant voor bestuiving. De vlinders die je in het voorjaar als eerste ziet, zijn de winter als vlinder doorgekomen op een beschutte plaats in Nederland. Voorbeelden zijn de citroenvlinder, dagpauwoog en kleine vos.


Honingbijen verzamelen ook nectar, maar zij doen dit om het in honing om te zetten. Wilde bijen en honingbijen verzamelen ook stuifmeel om hun larven te kunnen voeden. Vlinders zijn niet geïnteresseerd in stuifmeel als babyvoeding; hun larven (rupsen) leven van planten. De hoeveelheid nectar in een bloem verschilt per plantensoort en zelfs per cultivar. Ook vocht en zonlicht zijn van invloed. De hoeveelheid nectar die een plant produceert, kan zelfs schommelen gedurende de dag. In dit artikel is een selectie gemaakt van twaalf prima leveranciers van nectar en stuifmeel van januari tot diep in de zomer.

Welke bollen en knollen dragen echt bij aan biodiversiteit?

Veel bijen vliegen al bij temperaturen van 6 à 7 graden Celsius, op zoek naar voedsel voor de larven. En al in februari ontwaken veel vlinders uit hun winterslaap, op zoek naar zonnige plekjes om op te warmen en naar waardplanten waar ze hun eitjes kunnen afzetten. De brandstof die ze hiervoor nodig hebben, is nectar. Juist op die momenten openen zich ook de eerste bolgewassen! Alle reden dus om daar veel meer van aan te planten. Maar welke dan?


Winterakoniet
Winterakoniet

1. Winterakoniet (Eranthis hyemalis)

Winterakoniet is vaak het eerste bloeiende knolgewasje. In januari kun je plotseling verrast worden door de vrolijke gele plakkaten met wijd openstaande bloemen, waar dikke hommels zich te goed aan doen. Onmisbaar in de late winter!


Sneeuwklokje
Sneeuwklokje

2. Sneeuwklokje (o.a. Galanthus nivalis, Galanthus elwesii en Galanthus viridapice)

Geen tuin, grasveldje en plantsoen kan zonder sneeuwklokjes. Met hun hagelwitte, hangende klokbloemen bieden ze heel veel nectar en stuifmeel aan vroeg vliegende wilde bijen, honingbijen en soms ook al aan vlinders. Ze leveren zowel nectar als stuifmeel aan alle insecten die actief zijn tijdens de bloeiperiode, die soms al in december begint en kan doorlopen tot april, zeker als verschillende soorten sneeuwklokjes worden aangeplant.


Krokus
Krokus

3. Krokus (o.a. Crocus chrysanthus, Crocus vernus en cultivars)

Vanaf de jaren 50 was het gewoon dat bermen en rotondes werden ingeplant met krokussen. Tegenwoordig is dat allang niet meer zo vanzelfsprekend en veel oudere aanplanten hebben plaatsgemaakt voor wegverbredingen en andere omvormingen. Een flinke hand krokusbolletjes kan in het kleinste stukje gazon bijdragen aan biodiversiteit, omdat ze ontzettend veel goed bereikbaar stuifmeel en nectar leveren, ook aan vroege vlinders. Dat kunnen kleinbloemige, botanische krokussen zijn, maar de grootbloemige Vernus-hybriden zijn minstens zo goed.


Aronskelk, Arum italicum
Aronskelk, Arum italicum

4. Aronskelk (Arum maculatum of Arum italicum)

Een echte oude stinzenplant, die prima droogte onder struiken en bosjes kan overleven. De bonus van dit gewas zijn het schitterende, vaak gemarmerde blad in de winter en de roodoranje bessen in de zomer. Geen bijen, maar nuttige (zweef)vliegen zorgen voor de bestuiving. Die vormen weer voedsel voor allerlei vogels en vleermuizen, die op hun beurt weer schadelijke insecten zoals de processierups en buxusmotrups verorberen.


Sneeuwroem chionodoxa luciliae
Sneeuwroem chionodoxa luciliae

5. Sneeuwroem (Chionodoxa luciliae, Chionodoxa forbesii en Chionodoxa sardensis)

Het bolletje dat overal kan! Ze zijn er in wit, roze, lila en blauw en in verschillende soorten. Kenmerkend is het stervormige bloemetje in het vroege voorjaar, dat iedereen bekoort. Prachtig in het gazon in combinatie met tegelijkertijd bloeiende soorten, zoals Muscari of Scilla. Zowel stuifmeel- als nectarleverancier.


Narcis en vlinder
Narcis en vlinder

6. Wilde of botanische narcis (Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus of lobularis)

Veel bijen zul je op de narcis niet aantreffen, want deze bloem is zelfbestuivend. Haar nectar en stuifmeel zijn alleen voor insecten met een heel lange tong bereikbaar, maar we weten inmiddels dat de (wilde) narcis bevlogen wordt door sluipwespen en sluipvliegen, die een rol spelen bij de bestrijding van eikenprocessierups. Aanplanten dus, die nuttige narcis!


Anemone blanda
Anemone blanda

7. Anemoon (Anemone nemorosa en Anemone blanda)

Behalve de inheemse bosanemoon (Anemone nemorosa) kennen we ook Anemone blanda, die we vaak als tuinplant in tuincentra aantreffen. Beide zijn prima geschikt voor in de tuin of het openbaar groen, ook op iets armere plekken. Ze leveren vooral stuifmeel aan wilde bijen en honingbijen.


8. Oosterse sterhyacint en boshyacint (Scilla siberica en Hyacinthoides non-scripta)

De Scilla-familie is veelomvattend. Algemeen verkrijgbaar zijn Scilla siberica, Scilla hispancia (Spaanse hyacint) en Hyacinthoides non-scripta (boshyacint). Een prachtige plant, geschikt voor bosranden, in struwelen en parken, in graslanden en bermen, aan waterkanten, in de kustduinen en de binnenduinrand, op buitenplaatsen en in andere zogenaamde kalkhoudende stinzenmilieus. Ze wordt door allerlei insecten bevlogen en levert zowel nectar als stuifmeel.


9. Blauw druifje (Muscari-soorten en cultivars)

Het blauwe druifje is een uitstekende bijenplant. Ook wilde bijen, zoals de rosse metselbij en de zandbij, bevliegen het bekende druifje. Ze vragen om een voedselrijke, niet al te beschaduwde standplaats. Ze zijn zowel aantrekkelijk voor hommels, wilde (zand)bijen en honingbijen als voor vlinders. Een bij kan gemakkelijk en snel van bloem tot bloem vliegen om zoveel mogelijk van het grijze stuifmeel te verzamelen.


10. Zomerklokje (Leucojum aestivum)

Een onbekende plant voor velen, maar o, zo mooi en belangrijk. Het zomerklokje is inmiddels een zeldzaam inheems bolgewas, dat zich thuis voelt in vochtige situaties, zoals aan een slootkant of vijverrand of in een wadi. Eenmaal gesetteld komt het zomerklokje, een soort reuzensneeuwklok, ieder jaar trouw terug.


11. Oud wijfje of voorjaarster (Ipheion uniflorum)

Ipheion is ook al zo'n onbekende schoonheid. En dat terwijl er uit een bolletje wel vijf of zes witte, roze, lila of blauwe bloemetjes kunnen groeien! De bloemen zijn als stralende sterretjes, die veel insecten trekken tussen rotsen, langs paden, vooraan in een border of in het gras. Ze vormen dikke pollen en soms bloeien ze zelfs een tweede keer. Eenmaal aangeplant, kan het even duren voordat de voorjaarster aanslaat. Ze houdt niet van concurrentie, dus meng haar niet met andere bloembollen en laat haar niet overwoekeren. Een stukje arme, rotsachtige of zanderige bodem in de zon of halfschaduw (of tussen stoeptegels) voldoet prima.


12. Sierui (Allium-soorten en -cultivars)

Alle leden van de sierui zijn fantastische drachtplanten. Ze leveren ongelofelijk veel stuifmeel en nectar en zijn door hun bolronde globevorm heel goed bereikbaar voor veel insecten tegelijkertijd! De eerst bloeiende, (inheems) daslook (Allium ursinum), mag dan een woekeraar zijn, maar alle delen zijn eetbaar en bovendien wordt het bestoven door zweefvliegen, die weer voedsel vormen voor vleermuizen en allerlei vogels. Er is een sierui voor iedere plek, iedere tijd van het jaar en in allerlei maten en hoogtes. Hij mag dus in geen enkele tuin, bonte berm of border ontbreken.


JUB Holland

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Monique Zonneveld
Sunday 1 September 2019
Hoi,

Ik wil wel even toevoegen dat de biodiversiteit alleen bevorderd wordt als de bollen ook Biologisch zijn. Niet biologische bollen bevorderen NIET de biodiversiteit, omdat er nog heel veel gifstoffen gebruikt worden in de bollenindustrie die niet bevorderlijk zijn en schadelijk zijn voor de biodiversiteit.
Wil u dit nog toevoegen aan uw artikel.

Met vriendelijke groet,
Monique Zonneveld
Marije
Saturday 10 October 2020
Ik wil me graag aansluiten bij de opmerking van Monique Zonneveld, inmiddels een jaar (!) geleden en nog steeds niet aangepast in het artikel. Zal wel aan de sponsoren liggen (Agro BASF) die er niet echt baat bij hebben de rol van pesticiden in de bijensterfte aan te halen. Jammer.
Afra
Friday 14 January 2022
Wat een mooie foto's bij het artikel, prachtig!
Marc Lambersy
Tuesday 27 September 2022
Zeer interessant artikel omtrent de nuttigste bloembollen !
Ook onder de rubriek "reacties" is de opmerking ivm Agro Basf zeer terecht en gepast !

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER