Biologisch én autochtoon: Faassen Plants zet volgende stap in duurzame teelt |
|
|
|
|
 |
| 196 sec |
Chemische middelen verdwijnen stap voor stap uit de sector. Faassen Plants uit Tegelen anticipeert daarop met een SKAL-gecertificeerd perceel voor de biologische teelt van autochtoon bos- en haagplantsoen. De Limburgse kweker combineert hiermee twee duurzaamheidsdoelen die in de praktijk lastig te verenigen zijn. De omschakeling vraagt om technische innovaties, nieuwe teeltstrategieën en doorzettingsvermogen, maar legt volgens het bedrijf de basis voor toekomstbestendige productie zonder chemie.
Die visie vormde de opmaat naar een nieuwe stap: het certificeren van een perceel voor biologische teelt onder het SKAL-keurmerk. Daarmee kiest Faassen niet voor de gemakkelijkste weg. Biologisch telen in de volle grond - en dan ook nog met autochtoon plantmateriaal - vraagt om technische innovaties, organisatorische discipline en een flinke portie doorzettingsvermogen.
3,5 hectare voor biologisch bosplantsoen
Drie jaar geleden begon Faassen Plants voorzichtig met biologische containerteelt. De ervaringen waren bemoedigend: het werken met biologische potgrond en natuurlijke gewasbescherming bleek haalbaar. 'Dat gaf ons het vertrouwen om de stap naar onze hoofdteelt te zetten: bos- en haagplantsoen in de volle grond', aldus Faassen. Inmiddels is een perceel van 3,5 hectare officieel SKAL-gecertificeerd. Een halve hectare is dit voorjaar beplant met verplante zaailingen; volgend jaar volgt nog eens één tot twee hectare. Het uiteindelijke doel is duidelijk: het complete perceel benutten voor biologisch bosplantsoen.
 | | Florian Faassen |
|
|
Deze aanpak vraagt om een lange adem. De eerste opbrengsten zijn pas na enkele jaren zichtbaar, terwijl de kosten direct gemaakt moeten worden. Toch ziet Faassen het als een noodzakelijke investering in de toekomst: 'We leren nu hoe het moet en bouwen ervaring op. Dat is belangrijker dan in de eerste jaren rendement draaien.'
Autochtoon uitgangsmateriaal: uniek in Nederland
Wat het project extra bijzonder maakt, is de keuze voor autochtoon uitgangsmateriaal. Staatsbosbeheer en bosgroepen vragen voor natuurherstel steeds vaker om plantmateriaal dat genetisch thuishoort in de regio. Dat is niet eenvoudig te combineren met biologische teelt, vertelt teeltverantwoordelijke Ted Huibers: 'Biologisch uitgangsmateriaal met de juiste herkomst is nauwelijks beschikbaar. We hebben daarom met SKAL om de tafel gezeten en dispensatie gekregen: we mogen autochtoon uitgangsmateriaal inzetten en het vervolgens onder biologische condities opkweken. Dat geeft natuurbeheerders de garantie dat ze straks biologisch én autochtoon plantmateriaal kunnen aanplanten.'
 | | Ted Huijbers, Accountmanager bij Faassen Plants in Tegelen |
|
|
Die vrijstelling is cruciaal, want zonder die samenwerking zou het praktisch onmogelijk zijn om op schaal te werken. 'In theorie zou je in heel Europa moeten zoeken naar biologisch uitgangsmateriaal. Maar de aantallen die wij nodig hebben - duizenden stuks per soort - zijn gewoon niet te vinden', legt Huibers uit.
Obstakels in de praktijk
De weg naar SKAL-certificering is niet zonder hobbels. De eerste uitdaging: biologische mest. In Limburg is die nauwelijks te krijgen. 'We hebben letterlijk het hele land door gebeld', zegt Huibers. 'Uiteindelijk halen we de mest nu uit Friesland.' De transportkosten zijn hoog en bij verdere opschaling blijft de beschikbaarheid een knelpunt. Ook de onkruidbeheersing vergt veel vakmanschap. De mogelijkheden voor chemische middelen nemen in de hele sector snel af; ook gangbare kwekers moeten hun strategie aanpassen. Mechanisatie wordt daardoor steeds belangrijker. Faassen investeerde in een onkruidwieder van Elco in Achtmaal, waarmee onkruid effectief en volledig mechanisch wordt bestreden. 'Vooral na de zomer, als gras en onkruiden sterk groeien, is het een uitdaging', aldus Huibers. 'Met deze machine kunnen we het onder controle houden, mits we strak plannen en op tijd ingrijpen.'
Sterke planten door natuurlijke balans
Zonder chemische gewasbescherming ligt de focus op het versterken van de plant zelf. Dat begint al bij de watergift. Faassen hanteert bewust een 'randje van watergeven'-strategie. 'We beregenen alleen als het echt moet, zodat de planten leren omgaan met schaarste', legt Faassen uit. 'Dat levert misschien iets kleinere planten op, maar ze zijn wel sterker en beter voorbereid op de omstandigheden in het bos.' Daarnaast zet de kwekerij plantversterkers en biologische middelen in. Adviseurs van onder meer Compas Agro begeleiden het proces en brengen kennis in vanuit andere teelten, zoals de laanboom- en akkerbouw. 'De mogelijkheden nemen toe', zegt Faassen. 'Er komen steeds meer toegelaten biologische middelen op de markt. Dat helpt ons om de teelt gezond te houden zonder chemie.'
Economie en marktvraag
Financieel is de omschakeling een kwestie van leergeld. De investeringen zijn hoog en het is onzeker in hoeverre de markt de meerprijs voor biologisch bosplantsoen wil betalen. Toch ziet Faassen een duidelijke trend: 'In aanbestedingen staat SKAL inmiddels boven PlanetProof als duurzaamheidscriterium. Gemeenten en natuurorganisaties vragen steeds vaker om biologisch materiaal. Het is wel een klassiek kip-of-eiverhaal: zolang er weinig biologisch aanbod is, kunnen overheden niet verplichten het te kopen. Wij zorgen dat het aanbod er wél is, zodat de vraag kan groeien.' Het voordeel van vooroplopen is volgens Faassen evident: 'Wie vroeg begint, heeft straks een voorsprong wanneer de markt zich ontwikkelt. Bovendien opent het nu al deuren bij partijen die interesse hebben in duurzame aanplant.'
Vooruitblik: drie jaar verder
Over twee à drie jaar wil Faassen Plants de volledige 3,5 hectare gevuld hebben met biologisch én autochtoon plantmateriaal. Idealiter met een stabiele afzetmarkt en, waar mogelijk, vooraf ingekochte volumes. Faassen: 'De realiteit is dat de kweker nog steeds het grootste risico draagt. Maar als de vraag toeneemt, ontstaat er vanzelf meer zekerheid.' Hoewel de vraag vanuit het buitenland nog beperkt is - met uitzondering van een enkele Deense connectie - verwacht Faassen dat ook andere Europese landen de omslag naar biologisch zullen maken. 'Op veel plaatsen loopt men nog achter. Maar door de publieke opinie en de druk vanuit overheden zal de omslag onvermijdelijk worden.'
Oproep aan collega-kwekers
Faassen hoopt dat meer kwekers de stap durven zetten: 'Veel kwekers zijn al een eind op weg. De laatste sprong naar biologisch lijkt groot, maar is haalbaar als je er energie in steekt.' Hij benadrukt dat overtuiging de sleutel is: 'Je moet geloven dat dit de toekomst is. Dan vind je ook de oplossingen. En wie nu begint, profiteert straks van de ervaring en de voorsprong die hij opbouwt.'
|
'Wie nu start met biologisch én autochtoon plantmateriaal, heeft straks een voorsprong wanneer de markt doorbreekt' - Florian Faassen
| |
|
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
 |
| Dit is een premium artikel |
Artikelen op de NWST sites zijn gratis en zullen altijd gratis blijven.
Voor de meest recente artikelen heb je een account nodig om verder te lezen.
Klik hier om te registeren of in te loggen.
|
|
|
 | |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|