Veel grotere biodiversiteit bij autochtoon plantmateriaal van inheemse struiken |
|
|
|
|
 |
| 86 sec |
Toenemende belangstelling bij gemeenten
Inheemse bomen krijgen veel aandacht, maar voor struiken groeit de belangstelling pas de laatste jaren. Gemeenten en kleinere terreineigenaren kiezen steeds vaker voor soorten als meidoorn, sleedoorn, kornoelje en rozen, bij voorkeur van autochtone herkomst. Volgens Lammert Kragt, senior adviseur bij Staatsbosbeheer, speelt biodiversiteit daarbij een sleutelrol. 'Struiken bieden voedsel en schuilplek voor insecten en vogels. Bovendien sluiten trends als voedselbossen en tiny forests goed aan bij het gebruik van inheemse struiken.'
Niet elke inheemse soort is automatisch ook autochtoon. Inheems betekent dat een plant zich na de laatste ijstijd spontaan in ons gebied heeft gevestigd. Autochtoon gaat nog een stap verder: dit is genetisch plantmateriaal dat al duizenden jaren lokaal aanwezig is en zich heeft aangepast aan de omstandigheden. Een meidoorn kan dus inheems zijn in Europa, maar alleen een exemplaar uit onze eigen regio geldt als autochtoon.
|
|
Onderzoek laat zien dat autochtone soorten de biodiversiteit aanzienlijk vergroten
| |
|
Genenbank en Bossenstrategie
Om dit plantmateriaal te behouden, startte Staatsbosbeheer in 2006 samen met de WUR de Genenbank inheemse bomen en struiken. Daaruit zijn inmiddels miljoenen struiken en bomen geleverd. Dankzij de Bossenstrategie worden jaarlijks zo'n 800.000 autochtone planten aangeplant. Het aandeel autochtone soorten in Nederland is daardoor gestegen naar 7 procent.
Meer insecten, minder ziekten
Onderzoek laat zien dat autochtoon plantmateriaal van inheemse soorten de biodiversiteit aanzienlijk vergroot vergeleken met niet-autochtoon plantenmateriaal. 'Er leven veel meer insecten op en rondom autochtone struiken', aldus Kragt. Daarnaast lijken ze beter bestand tegen ziekten, zoals de autochtone meidoorn die minder gevoelig is voor bacterievuur. Toch is verder onderzoek nodig.
|
|
Dankzij de Bossenstrategie worden jaarlijks zo'n 800.000 autochtone planten aangeplant. Het aandeel autochtone soorten in Nederland is daardoor gestegen naar 7 procent
| |
|
Beperkte beschikbaarheid
De vraag naar autochtone struiken stijgt, maar beschikbaarheid blijft een knelpunt. Het oogsten van zaad is kostbaar en sterk afhankelijk van de natuur. Gemeenten moeten het plantmateriaal bovendien jaren van tevoren bestellen. Klimaatverandering maakt het oogsten nog onvoorspelbaarder, doordat de zogenaamde mastjaren minder regelmatig optreden.
Belang voor landschap en natuur
Autochtone struiken vinden inmiddels ook hun weg naar de openbare ruimte, van provincies tot Rijksvastgoed en ProRail. Staatsbosbeheer stelt dat deze soorten niet alleen natuur versterken, maar ook bijdragen aan recreatie en houtproductie. Toch blijft versnippering van het landschap een groot probleem. Hagen en houtwallen kunnen helpen om populaties met elkaar te verbinden.
|
|
Staatsbosbeheer stelt dat deze soorten niet alleen natuur versterken, maar ook bijdragen aan recreatie en houtproductie
| |
|
Redactionele opmerking
Naar aanleiding van een lezersreactie is de tekst verduidelijkt. Waar eerder werd gesproken over 'autochtone soorten', gaat het in dit artikel om 'autochtoon plantmateriaal van inheemse soorten'.
|
| Wageningen University and... | |
| |
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
|
 |
|
Christine Naaijen Christine Naaijen | beleidsmedewerker groen natuur landschap bij gemeente Gennep
maandag 29 september 2025 |
|
Beste redactie, mooi artikel. We zijn in Noord-Limburg al druk bezig met het planten van meidoorns en andere struiken, van autochtone herkomst, in de vorm maasheggen. Een van de redenen is de verwachte meerwaarde voor de (ontwikkeling van de) biodiversiteit.
Mbt bovenstaand artikel: Het is mij niet helemaal helder waarmee de autochtone struiken, die volgens de titel zorgen voor een veel grotere biodiversiteit, zijn vergeleken. stukje verder staat als tussenkop "Onderzoek laat zien dat autochtone soorten de biodiversiteit aanzienlijk vergroten" Is ook de vergelijking gemaakt tussen niet-autochtoon en autochtoon materiaal van dezelfde (inheemse) soort, voor wat betreft hun effect op de biodiversiteit? Dat verwacht ik namelijk, maar daar vind ik niets over in het artikel. Ik mis de onderbouwing voor het effect of meerwaarde van specifiek autochtoon (nadat de keuze voor inheems al gemaakt is).
Zou het niet duidelijker zijn als we spreken van "autochtoon plantmateriaal van inheemse soorten/ struiken" in plaats van autochtone soorten? De uitleg tussen inheems en autochtoon is duidelijk in jullie artikel, maar al lezend ontstaat bij mij toch wat verwarring....
|
|
|
|
|
 | |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|