Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Onverwoestbare wintergroene Prunus

ARTIKEL
SORTIMENT
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Ronald Houtman, donderdag 10 maart 2022
527 sec


Er zijn weinig groenblijvende heesters met zulke goede eigenschappen

Prunus laurocerasus is een belangrijk gewas voor de groene sector. Dat geldt in iets mindere mate voor het mediterrane broertje P. lusitanica. Er zijn maar weinig groenblijvende heesters met zulke goede eigenschappen als deze twee soorten. Daarbij komt dat er veel variatie is in groeivormen, wat de gebruikswaarde verder verbreedt. En hoewel er goede oude cultivars zijn, vindt er nog steeds sortimentsvernieuwing plaats.

<i>Prunus lusitanica</i> 'Angustifolia'
Prunus lusitanica 'Angustifolia'

Prunus is een groot geslacht uit de familie van de Rosaceae (rozenfamilie). Veel soorten en cultivars worden als sierplant of boom gekweekt; bekend zijn vooral Prunus cerasifera, P. incisa, P. laurocerasus, P. lusitanica, P. padus en P. serrulata. Maar ook voor de fruitteelt is Prunus belangrijk. Denk maar aan perziken, pruimen, nectarines en kersen.

De meeste Prunus-soorten zijn bladverliezend. Dat geeft P. laurocerasus en P. lusitanica een aparte status binnen het geslacht. De planten hebben meestal geen uitgesproken sierwaarde; ze zijn vooral voor gebruik in de openbare ruimte zeer geschikt en worden daar veelvuldig toegepast. In particuliere tuinen worden de planten vooral als haagplant gebruikt.

Veel Prunus-soorten en -cultivars worden als sierplant of boom gekweekt

Populariteit

Naast het feit dat de planten wintergroen zijn, zijn nog een paar voortreffelijke eigenschappen in P. laurocerasus en P. lusitanica gecombineerd. Het zijn sterke planten. Beide soorten zijn vrijwel bodemvaag, met de kanttekening dat P. laurocerasus op kalkrijke grond last kan krijgen van chlorose en groeivermindering. De gevoeligheid hiervoor verschilt per cultivar; zo is de bekende 'Rotundifolia' hier behoorlijk gevoelig voor.


De tweede belangrijke eigenschap is de groeiwijze. Prunus lusitanica heeft van nature een regelmatige piramidale groeiwijze. Bij P. laurocerasus hebben de cultivars juist een zeer uiteenlopende habitus, waardoor er voor vele doeleinden een geschikte cultivar is: van bodembedekker in kleine tuinen, waarvoor 'Mount Vernon' goed kan worden toegepast, tot fors groeiende opgaande vormen zoals 'Caucasica'.

Het oude 'ijzeren' sortiment van P. laurocerasus doet het in Nederland nog steeds goed. Maar dankzij de populariteit bleek er genoeg ruimte voor toevoegingen. De afgelopen decennia zijn er dus een aantal goede cultivars op de markt gekomen, die hun plaats in het sortiment hebben gevonden, al dan niet ten koste van oude cultivars. Bij P. lusitanica ligt dat een stuk gemakkelijker. Naast de soort gaat het in de praktijk feitelijk om maar twee cultivars.

Prunus lusitanica

Met een natuurlijk verspreidingsgebied in Spanje en Portugal is de Nederlandse naam 'Portugese laurier' heel toepasselijk. Gelukkig houdt dit niet in dat de plant niet in ons koude kikkerlandje kan gedijen. In de praktijk is P. lusitanica ruim voldoende winterhard gebleken.

De habitus van P. lusitanica is aanvankelijk smal piramidaal, maar als volgroeide boom is de kroon bijna driehoekig en zeer regelmatig van vorm. Niet iedereen houdt van deze strakke habitus, maar voor meer architectonische doeleinden is die zeer geschikt. Uiteindelijk kan P. lusitanica meer dan 15 m hoog worden. De glanzend donkergroene bladeren hebben rode bladsteeltjes. Gewoonlijk wordt de plant aangeplant vanwege de vorm en het wintergroene karakter. Maar de geurende witte bloemen in tot 25 cm lange hangende trossen kunnen zeker fraai zijn. De bloemen openen in de vroege zomer.


Misschien nog vaker toegepast dan de soort is de cultivar 'Angustifolia' (zie titelfoto). Deze heeft - hoe kan het ook anders - smallere bladeren dan de soort. Helaas zijn er verschillende klonen van 'Angustifolia' op de markt die niet allemaal smal blad hebben en waarschijnlijk gewoon zaailingen zijn van P. lusitanica. De groeiwijze van 'Angustifolia' is min of gelijk aan die van P. lusitanica; wellicht blijft de boom iets smaller op latere leeftijd. Het is vooral de fijnere structuur die 'Angustifolia' aantrekkelijker maakt. En vroeger, toen de winters nog echt koud waren, had 'Angustifolia' de naam winterharder te zijn. Maar dat is inmiddels niet meer van belang.

De tweede cultivar die hier genoemd moet worden, is 'Variegata'. Ook hier wordt het voornaamste kenmerk al door de cultivarnaam verraden. De bladeren van 'Variegata' hebben smalle, crèmewitte randen en verder onderscheidt deze cultivar zich niet van de soort. De algehele kleurindruk, zeker van enige afstand, is iets grijzer.

<i>Prunus lusitanica</i> 'Variegata'
Prunus lusitanica 'Variegata'

Prunus laurocerasus

Er zijn zoveel (goede) cultivars beschikbaar dat we P. laurocerasus als wilde soort vrijwel nooit aantreffen. Deze van nature grote struik tot kleine boom heeft een breed opgaande groeiwijze, tot ongeveer 10 m hoog en 8 m breed. De plant heeft grote, glanzend donkergroene bladeren en bloeit in het (late) voorjaar met witte bloemen in opstaande trossen. Soms volgt een behoorlijk rijke nabloei in de nazomer, wat ook bij verschillende cultivars voorkomt. Waarschijnlijk liep het natuurlijk verspreidingsgebied van P. laurocerasus ooit van Zuidoost-Europa (de Balkan) tot het oosten van de Kaukasus. Tegenwoordig komt de soort alleen nog voor op de Balkan en in de Kaukasus en niet of nauwelijks in het tussenliggende gebied. Net als bij P. lusitanica was dit vroeger van belang; cultivars die zijn ontstaan uit planten van de Balkan bleken iets minder winterhard dan cultivars die uit Kaukasische planten zijn ontstaan. Maar net als bij P. lusitanica is dit tegenwoordig niet meer van belang. Ook zijn de planten van Kaukasische origine vaak iets forser en meer opgaand groeiend. De cultivarnaam 'Caucasica' is dus geen toeval, maar verwijst duidelijk naar de herkomst van de plant.


Zoals al aangegeven is P. laurocerasus veelzijdig in gebruik, vooral door de grote variatie in groeiwijzen tussen de cultivars. Voor het gemak worden de cultivars in drie groepen verdeeld, gebaseerd op de groeivorm.

Laag en breed

De lage en breed groeiende cultivars zijn planten die niet veel hoger worden dan 1 m en vaak wel breder. Ze zijn vooral geschikt voor toepassing in (kleine) tuinen, op begraafplaatsen en in plantvakken in de openbare ruimte, in deze laatste toepassing voornamelijk als bodembedekker. 'Mano', 'Mischeana', 'Mount Vernon', Otto Luyken' en 'Polster' zijn de bekendste cultivars in deze groep. Daarnaast is er een groep nieuwkomers, waartoe ATHENE ('Bokraath'), 'Cherry Brandy', MERCURIUS ('Bokramer') en TITAN ('Rentan') gerekend kunnen worden.


<i>Prunus laurocerasus</i> 'Otto Luyken'
Prunus laurocerasus 'Otto Luyken'
Eigenlijk valt deze groep ook weer uiteen in twee groepen: de brede, echt bodembedekkende cultivars en de compacte, afgeplat bolvormige cultivars. In de groep bodembedekers is 'Mount Vernon' de laagst en meest compact groeiende cultivar, zelfs zo compact dat de plant minder geschikt is om in de openbare ruimte toe te passen. 'Mount Vernon' is vooral geschikt als bodembedekker voor kleinschalig gebruik. Het is een dicht vertakte plant met glanzend donkergroene bladeren. Wat forser dan 'Mount Vernon', en daarom breder en grootschaliger toepasbaar, is 'Polster'. Het blad van 'Polster' is iets gevoeliger voor de voedingstoestand van de bodem en zal onder minder gunstige omstandigheden sneller lichter worden. Maar afgezien daarvan is het een prima, breed toepasbare bodembedekker.

'Mischeana' is een oude bekende met vrij groot, donkergroen blad. De plant wordt nog veel toegepast, maar heeft een vrij open groeiwijze, is gevoelig voor hagelschotziekte en kan tijdens strenge vorst lijden. De plant is inmiddels overtroffen door nieuwere cultivars, zoals 'Cherry Brandy' en MERCURIUS ('Bokramer'). Deze twee groeien duidelijk dichter, waardoor onkruid zich minder goed kan ontwikkelen tussen en onder de planten. MERCURIUS ('Bokramer') groeit iets minder sterk en vormt minder schuin omhoog gerichte takken dan 'Cherry Brandy'. Ook is het blad van MERCURIUS ('Bokramer') iets donkerder groen en minder gevoelig voor hagelschotziekte.

<i>Prunus laurocerasus</i> MERCURIUS ('Bokramer')
Prunus laurocerasus MERCURIUS ('Bokramer')
De tweede groep wordt aangevoerd door waarschijnlijk de populairste cultivar van alle P. laurocerasus: 'Otto Luyken'. Deze is sterk, opvallend anders dan andere cultivars door het typisch 'gevouwen' blad en breed toepasbaar door een brede, maar toch ook iets opgaande groeiwijze.
Zoals 'Mount Vernon' de compactst groeiende bodembedekker is, zo is 'Gajo' dat in deze groep. De plant ziet eruit als een miniatuur-'Otto Luyken'. De bladeren zijn hetzelfde, maar kleiner en ook de bloei is vaak net zo rijk.


Een nieuwere cultivar die wel wat weg heeft van 'Otto Luyken', is ATHENE ('Bokraath'). Net als 'Otto Luyken' heeft ATHENE ('Bokraath') dezelfde typisch gevouwen bladeren en schuin opstaande takstand, maar de plant groeit iets compacter en het blad heeft een iets meer blauwgroene glans. ATHENE ('Bokraath') is een sterke cultivar, heeft zeer weinig last van hagelschotziekte en verdraagt wisselende grondwaterstanden goed. Dit kan namelijk een probleem zijn bij P. laurocerasus- cultivars en is ook de reden waarom we 'Mano' eigenlijk niet meer grootschalig moeten willen toepassen. 'Mano' is namelijk zeer gevoelig voor wisselingen in de grondwaterstand, waardoor de planten gemakkelijk doodgaan.

Een andere mooie nieuwkomer is TITAN ('Rentan'). Ook deze plant heeft een dichte, bossige groeiwijze, maar de bladeren zijn duidelijk groter en veel donkerder groen dan bij 'Otto Luyken' (hij lijkt er dus niet eens op). De jonge scheuten van TITAN ('Rentan') zijn prachtig bronskleurig oranje, wat zeker bijdraagt aan de sierwaarde van deze plant. De eerste cultivar waarbij dit kenmerk zo duidelijk naar voren kwam, was ETNA ('Anbri'), maar die hoort in de volgende groep.

Bossig en halfhoog

De planten in deze groep groeien gewoonlijk tot circa 2 m hoog en even breed, hoewel ze na vele jaren wel iets hoger en breder kunnen worden. De planten zijn ongeschikt als haagplant voor 'strekkende' hagen, maar kunnen wel als blokhaag of in dichte plantgroepen worden toegepast. Ook als solitair of als groene achtergrond voor borders voldoen ze prima. En hoewel ze hoger groeien dan de planten uit de eerste groep, bedekken sommige cultivars de bodem wel degelijk, waardoor onkruid minder kans heeft om zich te ontwikkelen.


De aanwas van nieuwe cultivars is wat groter in deze groep, maar er zijn nog steeds 'goede oude' cultivars die al jaren mee gaan. Zo ook de absolute topper in deze groep: 'Van Nes'. Het is een bossig groeiende plant, aan de bovenkant aanvankelijk iets losser. De bladeren zijn vrij breed, gezond en glanzend donkergroen.

Ook tot het oudere sortiment behoren 'Schipkaensis Macrophylla' en 'Zabeliana'. Laatstgenoemde is zeer karakteristiek, met smalle bladeren en iets gedraaide takken, waardoor de plant erg luchtig overkomt. 'Zabeliana' groeit duidelijk breder dan hoog, maar kan toch gemakkelijk 1,5 m hoog worden. Ook bloeit de plant gewoonlijk rijk, wat bijdraagt aan de sierwaarde. Helaas geven de uitgebloeide bloemtrossen de plant een wat rommelige indruk. 'Schipkaensis Macrophylla' is een wat onopvallende cultivar die eigenlijk geen echte nadelen heeft, maar ook niet spectaculair is qua sierwaarde. Het is een fors breed opgaand groeiende plant met vrij grote, glanzend donkergroene bladeren. De plant is erg winterhard, waardoor deze van oudsher ook populair is in Duitsland en (Zuid-)Scandinavië.

Ook in deze plantvorm zijn er natuurlijk nieuwe cultivars. Al is 'nieuw' hier wel relatief, want ETNA ('Anbri') werd in 1994 geïntroduceerd, al bijna 30 jaar geleden. Deze cultivar zette destijds de standaard voor deze groep, met een goede dichte groeiwijze, gezond blad en opvallend mooi bronskleurig oranje jonge scheuten. Niet voor niets werd ETNA ('Anbri') binnen vrij korte tijd erg populair.

Andere nieuwkomers in deze groep zijn 'Hibani', ILONA ('Darzalo') en ZSÓFI ('Sofia'). Deze cultivars hebben alle drie een breed spreidend opgaande groeiwijze, maar daarmee houdt de vergelijking op. De bladeren van 'Hibani' zijn zeer glanzend donkergroen en iets 'gevouwen', zoals ook bij 'Otto Luyken'. De jonge scheuten zijn mooi bronskleurig oranje. ILONA ('Darzalo') is iets meer opgaand groeiend en de bladeren zijn eveneens iets 'gevouwen', maar iets smaller dan bij 'Hibani'. De jonge scheuten zijn lichtgroen.

Een opvallende nieuwkomer is ZSÓFI ('Sofia'). Deze Hongaarse cultivar combineert een bossige, breed opgaande groeiwijze met opvallend mooi blad. De bladeren zijn wat dikker en leerachtiger dan bij andere cultivars. In tegenstelling tot vrijwel alle andere cultivars zijn de bladranden niet gaafrandig of fijn gezaagd, maar duidelijk gekarteld. Het geeft de plant een aantrekkelijke en bovenal unieke uitstraling. Alleen de oude cultivar 'Rudolf Billeter' heeft ook soortgelijk blad, maar die plant is veel losser van structuur en heeft een valere bladkleur.

Opgaand

De meeste mensen kennen P. laurocerasus als haagplant. Dat is ook de toepassing waarvoor de meeste cultivars worden gebruikt. De bekendste cultivar is 'Rotundifolia', en dat is ook meteen de allerslechtste. Natuurlijk, onder de juiste omstandigheden is het een mooie en imposante plant, maar te vaak zijn de omstandigheden dat niet en worden de zwakheden van 'Rotundifolia' duidelijk. De plant is gevoelig voor meeldauw en hagelschotziekte en als de bodem onvoldoende voedzaam is of te kalkrijk, kleurt het blad snel vaalgroen tot groengeel. Helaas wordt 'Rotundifolia' nog veel gekweekt en toegepast. Deels omdat de plant bekend is bij hoveniers en tuinarchitecten ('dan zal het wel goed zijn') en deels omdat kwekers de plant maar blijven kweken ('want de klant vraagt erom'). Deze vicieuze cirkel moet doorbroken worden. Dat kan door de kennis van de gebruiker te vergroten, maar ook kwekers moeten de durf hebben om betere cultivars aan te bieden en 'Rotundifolia' te vergeten. Alternatieven zijn er genoeg.


'Rotundifolia' is de bekendste P. laurocerasus-cultivar en meteen ook de allerslechtste

De aangewezen cultivar om 'Rotundifolia' te vervangen en ook de meest gebruikte, is 'Novita'. Deze plant groeit, zeker op jonge leeftijd, iets losser en de bladeren zijn ook iets smaller. Maar zeker na enkele jaren is het effect hetzelfde. En ook belangrijk: 'Novita' is veel sterker en gezonder. Ook GENOLIA ('Mariblon') kan als goede vervanger dienen. Hoewel de bladeren iets kleiner zijn, komt de plant qua uiterlijk iets dichter bij 'Rotundifolia'. Maar GENOLIA ('Mariblon') groeit iets langzamer. Ook de nieuwere GREEN DISCOVERY ('Bokraschalk') kan goed als vervanger voor 'Rotundifolia' worden gebruikt. Dit is een sterk groeiende cultivar die op jonge leeftijd iets losser groeit, maar uiteindelijk een hoge, dichte plant vormt.

De andere 'bekendste' cultivar in deze groep is 'Caucasica'. Van oudsher kwamen er verschillende, oorspronkelijk door zaaien vermeerderde klonen op de markt. Deze worden allemaal 'Caucasica' genoemd, maar verschillen in detail van elkaar. Maar vrijwel steeds zijn het smal vaasvormig opgaand groeiende planten met glanzend donkergroen blad. 'Caucasica' en de hieruit ontstane cultivars zijn herkenbaar aan een klein golfje in de bladrand nabij de top van het blad.

<i>Prunus laurocerasus</i> 'Caucasica'
Prunus laurocerasus 'Caucasica'
Twee echte haagplanten met een slank opgaande groeiwijze zijn 'Herbergii' en 'Reynvaanii'. Beide zijn niet perfect, maar hebben wel zeer goede eigenschappen. 'Herbergii' is dichter vertakt en zeer winterhard, waardoor de plant met name in Duitsland ook populair is. Maar het blad is wat lichter groen en toont vaak wat vaal. 'Reynvaanii' heeft mooier, glanzend donkergroen blad en groeit iets sterker. Maar de vertakking is ook wat losser, waardoor een haag iets minder snel ondoorzichtig is. Omdat dit een populair segment is, zijn er verschillende recent geïntroduceerde alternatieven. Om er een aantal te noemen: BONAPARTE ('Flippi 01'), ELLY ('Verstra') en 'Greentorch'. Hiervan kan ELLY ('Verstra') het beste worden gezien als een verbetering van 'Reynvaanii'. De plant groeit strak opgaand en heeft een dichte vertakking. De bladeren zijn glanzend donkergroen. 'Greentorch' kan beter worden gezien als een verbetering van 'Herbergii'. De bladeren zijn minder vaal van kleur en de plant vertakt minstens zo goed. De bladranden zijn duidelijk meer gekarteld dan bij 'Herbergii', maar niet zo sterk als bij ZSÓFI ('Sofia'). Ook is 'Greentorch' zeer winterhard gebleken. De nieuwste cultivar is BONAPARTE ('Flippi 01'). Deze plant kan het beste worden omschreven als een sterker groeiende en meer opgaande variant op Etna ('Anbri'), met hetzelfde donkergroene blad en mooie bronskleurig oranje scheuten.

Buitenbeentjes

In een soort met zoveel cultivars is het niet verwonderlijk dat er ook een aantal niet algemeen wordt toegepast, maar misschien wel de moeite waard is. Zo zijn er natuurlijk geelbladige cultivars. Dan zijn het vooral de jonge scheuten die groengeel zijn en deze kleur lang vasthouden in het seizoen. Dit is het geval bij 'Goldglanz' en GORIS GOLD ('Goris11'). 'Goldglanz' groeit breed spreidend opgaand, terwijl GORIS GOLD ('Goris11') veel meer opgaand groeit en als haagplant gebruikt kan worden.


Ook zijn er enkele bontbladige cultivars. De oudste is 'Marbled White', wat feitelijk een 'Caucasica' is met zeer sterk wit gevlekt en gemarmerd blad. Iets minder sterk groeiend en daardoor wat gemakkelijker toepasbaar is 'Ivory'. Ook bij 'Ivory' is het blad sterk wit gevlekt en gemarmerd.
De reus in het sortiment is 'Magnoliifolia'. Deze zeer forse, breed opgaand groeiende plant heeft de grootste bladeren van alle P. Laurocerasus. De bladeren kunnen (aan jonge planten) tot 30 cm groot zijn en ze zijn glanzend donkergroen.


Misschien de excentriekste cultivar is 'Camelliifolia', een losse, wat grillig groeiende plant waarvan de bladeren sterk gekruld zijn. Veel mensen zullen het niet mooi vinden, maar het is uniek en toont tevens de veelzijdigheid van P. laurocerasus aan. Voor elk wat wils!

<i>Prunus laurocerasus</i> 'Camelliifolia'
Prunus laurocerasus 'Camelliifolia'
LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Frank
Friday 18 March 2022
De prunus laurocerasus mano is ook een heel goed soort om als heester te fruiten in kleine tot middelgrote groenvakken.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
11 en 25 november: SpeelNatuur-training 'Ontwerpen van groene schoolpleinen'
maandag 11 november 2024
t/m dinsdag 26 november 2024
Recreatie Vakbeurs: 12 - 14 november in Evenementenhal Hardenberg
dinsdag 12 november 2024
t/m donderdag 14 november 2024
Fleetexpo
woensdag 13 november 2024
t/m donderdag 14 november 2024
Daken & Zaken
woensdag 13 november 2024

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER