Resultaten Bodemdierendagen: Meer pissebedden, minder naaktslakken |
|
|
|
|
| Linde Kruese,
donderdag 1 november 2018 |
 |
| 46 sec |
De resultaten van de vierde Bodemdierendagen laten interessante dingen zien. In ruim 200 tuinen en parken vonden 856 waarnemers afgelopen maand zo’n 7500 bodemdieren. De pissebed is het vaakst waargenomen, van de naaktslak zijn minder exemplaren gezien dan voorgaande jaren.
 |
In de Bodemdieren Top 3 van 2018 gaat de pissebed aan kop, terwijl ze in het natte najaar van 2017 maar op plaats vier stonden. Pissebedden zijn dit jaar dus het vaakst gevonden: in wel 89% van de onderzochte tuinen, parken en schoolpleinen. Op twee en drie volgen de regenwormen (85%) en de spinachtigen (82%).
Gevolgen droogte: minder naaktslakken De zomer van 2018 was extreem warm en droog. Gevolg daarvan is dat er minder vaak naaktslakken zijn gesignaleerd. Naaktslakken zijn gevoeliger voor de droogte en hitte dan andere bodemdieren. Op lange termijn kan dat gevolgen hebben. De balans in de bodem kan zelfs veranderen als de droge zomers aanhouden. Naaktslakken ruimen veel restjes organisch materiaal op, en ze zijn zelf weer voedsel voor andere dieren zoals egels.
Meer mieren en herstel Mieren doen het dit jaar beduidend beter dan naaktslakken. De waarnemers zagen juist vaker mieren - die staan nu op de vierde plek, net als in 2016 toen er een warme nazomer was. Verder is er herstel te zien bij andere soorten bodemdieren. Dat komt door de veerkracht van groene tuinen, waardoor het herstel nu al bezig is.
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|