'Het dogmatisch vasthouden aan inheemse plantensoorten is zorgwekkend' |
|
|
|
|
| 165 sec |
De biodiversiteit verkeert in een slechte staat, blijkt uit tal van onderzoeken. Steden kunnen met vergroening een bijdrage leveren aan het behoud van soorten en het versterken van natuurbeleving. Is het een goed idee om in de stedelijke omgeving alleen nog inheemse planten en bomen te gebruiken die de biodiversiteit bevorderen? Vakblad Stad + Groen legde de stelling voor aan drie groenprofessionals.
De rups van de Koninginnenpage. De Koninginnenpage legt haar eitjes oa op de venkel. De venkel is een mooi voorbeeld van een niet-inheemse plant die ecologisch waarde heeft. |
Jaap Smit, groene curator bij Trompenburg Tuinen & Arboretum en zelfstandig dendroloog:
'In onze stedelijke omgeving heerst een landklimaat waarin het door klimaatverandering steeds heter wordt. Urban heat doet er nog een schepje bovenop. Veel van onze inheemse boomsoorten kunnen niet tegen die hitte en droogte. Daarnaast komen door de klimaatverandering allerlei nieuwe insectensoorten onze kant op. Omdat het groen veel moeilijker in staat is te migreren, moeten we deze nieuwe insecten helpen door voor bomen en heesters te kiezen die uit het oorspronkelijke klimaat van die insecten komen. Aangezien sommige van onze insectensoorten naar het noorden vertrekken, verrijken we daarmee de biodiversiteit.'
| Jaap Smit: 'We gaan steeds meer toe naar de situatie dat je kijkt of je met het groen het doel bereikt dat je voor ogen hebt.' |
|
|
'Een stedelijke omgeving heeft naast enkele inheemse dus ook veel bomen uit een landklimaat nodig. Bovendien is sinds de ijstijd het aantal inheemse boomsoorten erg beperkt. En daarvan vallen de eik (eikenprocessierups), onze eigen beuk en veel wilgen al af. Samen met gemeenten inventariseer ik momenteel welk groen in de toekomst aangeplant zou moeten worden om de biodiversiteit te vergroten. We moeten daarbij een flink aantal jaren vooruitkijken. We gaan steeds meer toe naar de situatie dat je kijkt of je met het groen het doel bereikt dat je voor ogen hebt. Op de ene plek kan dat biodiversiteit zijn, op de andere plek esthetiek. Hier in Rotterdam ligt een winkelstraat met een aantal geïsoleerde platanen. Op die plek heeft het niet veel zin om de biodiversiteit te bevorderen. In de meeste parken wil je dat daarentegen juist wel.'
Sipke Terpstra, beplantingsontwerper bij Lageschaar Vaste Planten:
'Het is goed om inheemse soorten te gebruiken, gezien de huidige toestand van onze natuur. Door alleen voor inheemse beplanting te kiezen ben je echter te beperkend bezig en schiet je je doel voorbij. Het doel is om de biodiversiteit te ondersteunen. Niet alleen de komende vijf of tien jaar, maar tot in de lengte ter dagen. En dit kan ook met andere planten. Met alleen inheemse vaste planten kan het beeld in de loop van het jaar rommelig en slordig worden. Na verloop van tijd verliezen inheemse planten, die vooral in het voorjaar en in de zomer bloeien, hun structuur en zakken ze in. Dit gaat ten koste van de beleving. Terwijl andere vaste planten juist in de zomer en het najaar hun ding doen. Deze planten behouden in de winter ook hun structuur.'
| Sipke Terpstra: 'Met alleen inheemse vaste planten kan het beeld in de loop van het jaar rommelig en slordig worden.' |
|
|
'Door inheemse planten met vaste planten op de juiste manier te combineren, ondersteun je de biodiversiteit én behoud je het hele seizoen door structuur. Dit is van belang omdat insecten ook in de winter plekken nodig hebben waar ze zich kunnen nestelen en voor mensen heeft dit een grote belevingswaarde. De Koninginnenpage legt bijvoorbeeld haar eitjes op de wilde peen en op de venkel. De venkel is geen inheemse plant, maar wel een hele mooie sierplant die in de winter overeind blijft staan. Het is daarmee een mooi voorbeeld van een niet-inheemse plant die ecologisch waarde heeft. Je hoeft dus niet per se voor honderd procent inheems te gaan om toch de biodiversiteit een impuls te geven.'
Miriam Spermon, specialist beplanting bij idverde Advies:
'Binnen de openbare ruimte worden er zoveel eisen gesteld aan structuren, dat je niet uitkomt met alleen inheemse beplanting. Inheemse beplanting hanteren we als uitgangspunt bij het opstellen van een sortimentlijst, maar je moet ook rekening houden met allerlei eisen op het gebied van bijvoorbeeld verkeer, veiligheid en beleving. Vaak heb je ook te maken met kleine groenvakken, terwijl inheemse beplanting hoger wordt dan anderhalve meter. Indien er voldoende ruimte is, zowel ondergronds als bovengronds, zullen we altijd ook voor inheemse heesters kiezen. Op basis van de functies en eisen kijken we dus hoe we inheemse beplanting een rol kunnen laten spelen. Maar we kijken ook sterk naar de jaarrond beleving. Want dat is in de openbare ruimte net zo belangrijk als de biodiversiteit.'
|
'De jaarrond beleving is in de openbare ruimte net zo belangrijk als de biodiversiteit'
| |
|
'Tevens moet de openbare ruimte in een stad goed onderhouden kunnen worden. Plaats je alleen inheemse hagen, dan heb je te maken met een enorme kostenpost. Voor alternatieven raadplegen we vaak 'De 500 beste planten' van Boot & Dart Boomkwekerijen. Een belangrijk criterium voor ons is dat de beplanting aantrekkelijk moet zijn voor insecten en vogels. Op die manier helpen we de flora en fauna op eenzelfde manier vooruit als met inheems. Sommige ecologen hangen sterk vast aan inheems, omdat je hier insecten het beste mee zou bedienen. Maar het dogmatisch vasthouden aan inheems is zorgwekkend. Je speelt dan namelijk niet goed in op klimaatadaptatie. Landsgrenzen vormen geen barrière voor beplanting en insecten.'
| Miriam Spermon. |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|