Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Gemeentes die het groenonderhoud zelf doen, kan dat nog?

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Sarah Westenburg, maandag 30 januari 2023
350 sec


Het gaat er niet om wie het 't best of goedkoopst kan uitvoeren, maar om wie de mensen ervoor heeft

Natuurlijk er zijn nog steeds gemeentes die met een eigen dienst hun groen onderhouden, maar het aantal is beperkt. Voor vakblad Stad + Groen een goede aanleiding om eens rond te vragen in de markt: zelf doen, kan dat nog? Dit vakblad sprak met een aantal ervaringsdeskundigen.


Het gemelde artikel, dat afgelopen oktober in het Noordhollands Dagblad stond, verwijst naar vragen die gesteld werd tijdens een raadsvergadering in de gemeente Laren. Het ging erom meer werk door de eigen buitendienst te laten uitvoeren in plaats van door particuliere groenbedrijven. Is aanbesteding van het groenonderhoud financieel én kwalitatief gezien wel de beste optie, vroeg men zich af.

De probleemstelling achter dit artikel lijkt daarmee voor de hand liggend. Helemaal platgeslagen zou je je kunnen afvragen: wie kan het goedkoopste een border aanleggen en schoffelen? Is dat een eigen dienst of zijn dat commerciële groenbedrijven? Maar zo eendimensionaal mogen wij dit vraagstuk volgens de deskundigen die we bevraagd hebben niet aanvliegen.

Groen, van nice to have naar need to have

Groen goud

Groen was altijd al belangrijk, maar iedereen lijkt het erover eens dat het steeds belangrijker wordt. Er wordt in dit verband gesproken van een omslag of transitie van groen als decoratief product naar groen als essentieel product. Erik Punt, directeur van De Eijk Groep, zegt daarover: 'Van nice to have naar need to have. Doordat de gevolgen van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden, wordt de noodzaak om onze leefomgeving te vergroenen steeds meer erkend.' En Karel van Remunt van de Diamant Groep merkt op: 'Met groen heb je nu goud in handen.'


Groen staat absoluut hoger op de beleidsagenda; daar is men het wel over eens. Maar volgens practor Heidi Kamerling van Yuverta wordt de portemonnee vooral getrokken voor realisatie en veel minder voor beheer en onderhoud. Kamerling pleit daarom voor ontschotting en het toepassen van integrale groenbudgetten, bijvoorbeeld op wijkniveau. Die ontschotting is volgens Punt ook nodig op beleidsniveau. Want, zo zegt hij, de doelstellingen zijn veranderd, dus moet de organisatie zich daaraan aanpassen. 'Structuur volgt strategie', zo luidt zijn credo. Punt pleit ervoor dat zowel aanleg als beheer en onderhoud een integraal onderdeel is van gemeentelijke ingenieursbureaus.

Erik Punt: 'Doordat de gevolgen van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden, wordt de noodzaak om onze leefomgeving te vergroenen steeds meer erkend.'

Toekomstbestendigheid uitvragen

Je zou zeggen: als de doelstellingen veranderen, moet ook de uitvraag veranderen. Maar zijn de huidige bestekken wel zo 'toekomstbestendig'? Volgens Kamerling bieden ze nog steeds te weinig (financiële) ruimte om echt meerwaarde te creëren voor de natuur. Bij het selecteren van de economisch meest voordelige aanbieding speelt de prijs nog steeds de hoofdrol. Volgens Punt gaan beeldbestekken bovendien uit van gedateerde beheerprincipes. Uit recent onderzoek (zie bronnen) blijkt bijvoorbeeld dat de huidige groenbestekken maar beperkt invulling geven aan beheerprincipes en criteria op het gebied van klimaatadaptatie. Beeldbestekken kunnen een goed hulpmiddel zijn om de gewenste kwaliteit zichtbaar te maken, maar dan is het wél van doorslaggevend belang dat de juiste beelden gebruikt worden.


Imago

De groensector zelf is ook wel toe aan een beter beeld. Volgens Kamerling kampt de sector met een imagoprobleem. Te vaak wordt gedacht aan 'schoffelaars met oranje hesjes'. 'Jonge mensen die zich willen inzetten voor de natuur worden liever boswachter, omdat ze het idee hebben dat je dan pas écht iets met en voor de natuur doet. Maar juist in het stadse valt veel natuurwinst te behalen. We hebben "stadsboswachters" nodig', aldus Kamerling. De groensector zou zich meer kunnen profileren als een werkterrein waar van alles te beleven en ontdekken valt. Het gaat niet meer alleen om parken en tuinen, maar ook om gevelgroen en biodiverse daktuinen in combinatie met zonnepanelen. Er wordt allerlei slimme technologie toegepast; denk aan het gebruik van drones in de boomverzorging, softwareprogramma's die bepalen wanneer welk beheer nodig is, of sensoren in afvalbakken die laten weten wanneer het tijd is om ze te legen.


Mede dankzij nieuwe technologieën is het werk nu een stuk minder arbeidsintensief en fysiek belastend. Ook het type werkzaamheden is aan verandering onderhevig, omdat het beheer zich aanpast aan de tijd. Zo wordt er minder gespit om de bodem minder te verstoren en worden er nieuwe, meer milieuvriendelijke technieken toegepast, zoals onkruidbestrijding met heet water in plaats van de ouderwetse veegborstel.

Heidi Kamerling: 'Juist in het stadse valt veel natuurwinst te behalen.'

Nog steeds menskracht

Dit soort veranderingen maakt werken in de groensector interessanter en ook toegankelijker voor een bredere groep mensen. En dat is van belang, omdat vakpersoneel steeds schaarser wordt. Volgens Van Remunt heb je met groen momenteel 'goud in handen'. Maar vervolgens is er natuurlijk nog wel voldoende menskracht nodig om dat groene goud te kunnen smeden. Van Remunt vindt daarom dat er meer worden ingezet op participatie van mensen die op dit moment nog aan de 'zijlijn van de samenleving' staan. Dat past ook bij de uitgangspunten van de Diamant-groep. Niet alleen het duurzaam ontwikkelen van de leefomgeving staat centraal, maar ook het duurzaam ontwikkelen van mensen. De Diamant-groep biedt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid om aan de slag te gaan in het groenbeheer. Werkzaamheden die specifieke expertise vergen (20 tot 25 procent van het werk dat binnenkomt), worden uitbesteed aan regionale bedrijven. Dat is goed voor de regionale werkgelegenheid, en tegelijkertijd biedt deze vorm van samenwerking kansen. Voor mensen die zich willen doorontwikkelen, kan via het netwerk van regionale bedrijven namelijk een passende werkplek gezocht worden.


Nieuw referentiekader

Kamerling ziet in de personeelsschaarste ook een kans: een kans om nee te zeggen tegen het aanleggen van versteende, grijze tuinen. Daarbij is dus niet de klant, maar de uitvoerder koning. Feit is dat het belang van groene tuinen nog lang niet bij iedereen is doorgedrongen. Te vaak wordt de natuur nog gezien als iets dat - letterlijk - in bedwang gehouden moet worden. Dat blijkt wel uit de netjes aangeharkte 'grijze' tuinen die het vertrouwde straatbeeld nog steeds domineren. Voor veel mensen zijn die het referentiekader. Het kost tijd om dat referentiekader te veranderen en 'rommelig groen' te kunnen waarderen. Punt en Van Remunt beamen dat het publiek nog meer doordrongen moet raken van het belang van vergroening.


Communicatie

Goede communicatie is daarbij essentieel, zeggen al onze deskundigen. Je moet uitleggen waarom het belangrijk is om gefaseerd te maaien, want in de ogen van een leek ziet het eruit alsof iemand slordig te werk is gegaan. Je moet uitleggen waarom het soms beter is om blaadjes te laten liggen: als voeding voor de bodem en als schuilplaats voor egels. En je moet vooral ook laten zien welke resultaten daarmee bereikt worden. Dat is ook waarom Kamerling het belang van monitoring benadrukt. Alleen door meerdere jaren achter elkaar te monitoren, kun je aantonen wat de effecten zijn. Wat haar betreft, zou monitoring dan ook een vast onderdeel moeten zijn van de cyclus van beheer en onderhoud.


Bij wie is dat groene goud in de beste handen?, maar vooral ook: wie heeft de mensen om dat werk uit te voeren?

Wie werkt waar?

Alle mooie doelstellingen ten spijt, zijn er nog steeds heel veel handjes nodig in de groene sector. En handjes zijn op dit moment zacht gezegd een uitdaging. In de laatste uitgave van dit vakblad concludeert Marieke Roorda, directeur van Krinkels, dat zij kritischer zijn geworden bij het aannemen van werk en aanbestedingen, omdat er toch maar heel beperkt mensen zijn om dat werk uit te voeren. De vraag waar dit artikel om draait, is dus niet alleen: Bij wie is dat groene goud nu in de beste handen?, maar ook: Wie heeft de mensen om dat werk uit te voeren?.


Voor jonge mensen zal het volgens Punt en Van Remunt aantrekkelijker zijn om voor een aannemer te werken dan voor een gemeente. Bij een aannemersbedrijf komen ze in principe met een breed scala aan werkzaamheden in aanraking en hebben ze doorgaans meer mogelijkheden om door te groeien. Kamerling noemt in dat verband de Koninklijke Ginkel Groep als voorbeeld. Die heeft veel specialisaties in huis en kan nieuwkomers daardoor de kans bieden om eerst een tijdje mee te lopen op alle afdelingen. Zo kunnen ze erachter komen welke werkzaamheden het beste bij hen passen.

Karel van Remunt: 'Er moet meer worden ingezet op participatie van mensen die op dit moment nog aan de 'zijlijn van de samenleving' staan.'
In het algemeen kun je zeggen dat het voor gemeenten lastig is om te concurreren met bedrijven die gespecialiseerd zijn in groenonderhoud, omdat die bedrijven lagere algemene kosten hebben. Vaak ook geldt dat bepaalde werkzaamheden zo specialistisch zijn, dat ze specifieke expertise vereisen. Bij bedrijven die zich in die werkzaamheden specialiseren, kan die expertise veel makkelijker en sneller worden opgebouwd omdat dat werk vaker en voor verschillende opdrachtgevers wordt uitgevoerd.

Gemeenten, op hun beurt, zijn weer aantrekkelijker voor oudere werknemers die op zoek zijn naar meer rust en stabiliteit, aldus Punt. Een voordeel is dat die oudere werknemers waardevolle kennis en ervaring meebrengen.

Gemeentes concluderen zelf ook dat ze minder interessant zijn als werkgever

Eigen groendienst

Toch zijn er ook werkzaamheden waarbij het logisch is dat die door een eigen groendienst worden uitgevoerd. Volgens Van Remunt gaat het dan om werkzaamheden die op reguliere basis en op specifieke piekmomenten moeten worden uitgevoerd, zoals het ophalen van huisvuil en gladheidsbestrijding. Voor dat soort taken is het handig dat gemeentes zelf de mensen in huis hebben, zodat ze die op elk gewenst moment kunnen inzetten.


In het algemeen kun je wel zeggen dat de eigen groendiensten momenteel in de hoek zitten waar de klappen vallen. Het is veelbetekenend dat een afdelingshoofd van een gemeentelijke groendienst op het laatste moment zijn medewerking aan dit artikel annuleerde omdat zijn gemeenteraad aangekondigd had het voortbestaan van zijn dienst onder de loep te nemen.

Daarnaast concluderen gemeentes zelf ook dat zij minder interessant zijn als werkgever. Wij citeren uit een notitie van de gemeente Dongen van november 2022: 'Gemeentes en de overheid in het algemeen hebben van oudsher te maken met een negatief beeld onder werkzoekenden. Instromers kiezen niet snel voor het werken bij een gemeente.'

Kamerling noemt nog het belang van binding met en kennis van een gebied. Daarvoor is vereist dat je langere tijd verbonden blijft aan een bepaald gebied. Dit zal bij gemeenten vaker voorkomen dan bij particuliere groenvoorzieners.

Bronnen

• Jonker, A. en Jonker, D. (2020), scriptie 'Klimaatadaptief groenbestek'
• Technologie in het groenbeheer, Vakblad Stad + Groen 6, 2017
• Raadsinformatiebrief gemeente Dongen, november 2022

Stad + Groen sprak met de volgende ervaringsdeskundigen:

- Erik Punt: directeur van De Eijk Groep, naar eigen zeggen een van de grotere spelers op de Nederlandse markt voor groenvoorziening in de breedste zin van het woord.
- Karel van Remunt: manager van Groen Xtra te Tilburg, een ontwikkel- en werkbedrijf dat staat voor dubbel duurzaam; omdat de mens en de leefomgeving ertoe doen.
- Heidi Kamerling: practor Groene Leefbare Stad bij Yuverta, in welke hoedanigheid zij zich richt op de fysieke vergroening van het stedelijk gebied.

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Tinka Chabot
Tuesday 31 January 2023
Dit verhaal klopt als een bus. Ik ben binnen de gemeente Arnhem druk bezig om ze te laten inzien dat je niet alleen de aanleg moet subsidiëren. Dat gaat over het algemeen wel goed. Maar het onderhoud en de kennisdeling wordt genegeerd. Ik heb uitgerekend dat de gemeente Arnhem een half miljoen heeft uitgegeven aan 1 ha. groenaanleg bij particulieren. Een erg dure hectare. En als je ziet hoe het er nu uitziet? Om te huilen, vaak. Ook de eigen plantsoenen kunnen ze niet fatsoenlijk onderhouden. Even snel met de bosmaaier erlangs en weer weg. Te triest.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER