Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Optimistisch over richting die we opgaan, kritisch over stroperigheid van het systeem

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Hein van Iersel, woensdag 11 maart 2020
346 sec


Door dak en gevelgroen zal ontwerpen in de openbare ruimte fundamenteel veranderen

Al meer dan dertig jaar zit Wim van Ginkel op zijn post als CEO van de enige koninklijke groenvoorziener van Nederland: de Koninklijke Ginkel Groep. Enige senioriteit en een doordachte visie mogen we dus wel van hem verwachten. Van Ginkel noemt zichzelf een rasoptimist, maar begint het gesprek enigszins vooral kritisch met een aantal harde opmerkingen: 'Deze regering heeft totaal geen visie', en: 'De groene sector loopt het risico op een braindrain.'

Wim van Ginkel
Wim van Ginkel

Voor die spijkerharde constateringen speelt hij leentjebuur bij een aantal onvermoede autoriteiten uit de markt. Wat betreft zijn eerste opmerking haalt hij zijn inspiratie bij rijksbouwmeester Floris Alkemade, die de overheid verwijt geen duidelijke visie te hebben op de vraag hoe we Nederland gaan vormgeven in tijden van klimaatcrisis. Collega-CEO Ton Hillen van Heijmans maakt in Cobouw feitelijk hetzelfde verwijt, maar verbindt daar andere conclusies aan. Hillen is bang dat er door de huidige stikstof- en pfas-crisis een nieuwe crisis in de bouw ontstaat en dat er daardoor opnieuw, net als bij de vorige crisis, een uitstroom van vakpersoneel zal plaatsvinden. Voor de woningbouw lijkt dit al bijna realiteit. De overheid lijkt haar eigen ambities op het gebied van nieuwe woningen de komende tijd bij lange na niet te gaan halen, ondanks het voornemen om de achterstand later in te halen. Net als Hillen van Heijmans gelooft Van Ginkel dat hierdoor, net als in 2008, vakmensen de sector verlaten. Dit gevaar is ook reëel voor de groene sector. Daarnaast is de Koninklijke Ginkel Groep, meer dan de gemiddelde groenvoorziener, nauw verbonden met de ontwikkelingen in de bouw. De groep is vooral gespecialiseerd in groen aan, op en direct rondom gebouwen; dak- en gevelgroen - een specialisme dat de Ginkel Groep 'het levende gebouw' noemt. Het is dus terecht dat Van Ginkel bezorgd is over ontwikkelingen in de bouw: als er niet gebouwd wordt, heeft de groep ook minder werk.

Van Ginkel is dus kritisch, maar tegelijk ondernemer genoeg om over deze obstakels heen te denken en te kijken. Dus ja, hij is kritisch over de overheid en mopperig over de traagheid van het systeem, maar gelukkig is hij voor zijn opdrachten maar beperkt afhankelijk van deze opdrachtgever, volgens eigen zeggen voor minder dan 30 procent.
Van Ginkel: 'Ik ben positief over de langetermijnrichting die we als sector, maar zeker ook als maatschappij, zijn ingeslagen, maar ook kritisch over het systeem waarin we zitten. Ik was deze week nog bij een openbare inschrijving. Dat is treurig; daar zit je dan met elf collega-groenvoorzieners te azen op de laagste prijs. Daar word ik dan wel even wanhopig van. En ja, ik weet wel dat ik niet mee hoef te doen, maar altijd weigeren is ook lastig. Hier ging het bijvoorbeeld om een bestek in mijn eigen gemeente.'


Rosa Novum

Helemaal onbelangrijk als opdrachtgever is de overheid natuurlijk niet. Van Ginkel heeft vorig jaar een apart bedrijf opgericht waar met name mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van Ginkel verklaart dat nieuwe bedrijf enerzijds vanuit een zakelijke, maar anderzijds ook vanuit een persoonlijke ambitie. 'Ik kan me herinneren dat vaders met hun zoon bij mijn opa aan de deur kwamen met de mededeling: "Mijn zoon kan niet zo goed leren, maar wel heel hard werken."'
Bij dit nieuwe bedrijf met de naam Rosa Novum werken op dit moment 36 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er is een tweede afdeling in oprichting, vanuit de vestiging van de Ginkel Groep in Leiderdorp. Met dit nieuwe bedrijf heeft Van Ginkel een PSO30+-certificaat.


Nederland 2120

Van Ginkel houdt van grote bewegingen. Een voorbeeld is het rapport dat Wageningen Universiteit pas geleden heeft uitgebracht over hoe Nederland er over honderd jaar, in 2120, uit zou kunnen zien. Van Ginkel: 'Als daar maar tien procent van klopt, hebben we de komende eeuw met zijn allen voldoende werk.' De zaken die in dit rapport staan, ziet Van Ginkel als de onderstroom die uiteindelijk de richting aangeeft waarin de maatschappij en dus ook de sector evolueert.


'Als daar maar tien procent van klopt, hebben we de komende eeuw voldoende werk'


Een tweede treffend bewijs van die onderstroom ziet Van Ginkel in de vergaande klimaatplannen van Eurocommissaris Frans Timmermans. Zowel het rapport van Wageningen als de plannen van Timmermans gaan uit van een vergaande vergroening van Nederland. Van Ginkel noemt zich om die reden ook een optimist. Hij lijkt ervan uit te gaan dat het goede gaat winnen, ook al kost dat wat overtuigingskracht op de lagere niveaus. Van Ginkel: 'De grote steden zijn goed bezig, maar de kleinere gemeentes hebben het duidelijk moeilijk om een heldere visie op vergroening in praktijk te brengen.'

Tegenover die vergezichten en ambitieuze plannen staan natuurlijk ook bedreigingen. Het onderhoud van openbaar groen wordt in de visie van Van Ginkel bijvoorbeeld bedreigd doordat Den Haag steeds meer taken overdraagt aan lokale overheden. Soms gaat dat goed, maar vaak leidt dat ook tot financiële debacles, zoals met de jeugdzorg. Om het financiële plaatje dan weer kloppend te maken, is het verleidelijk om te bezuinigen op openbaar groen.

Ander beheer

De Ginkel Groep is zoals gezegd in belangrijke mate gespecialiseerd in 'het levende gebouw'. Een term waarvan Van Ginkel heel eerlijk toegeeft dat hij die geleend heeft van de VHG. Die ontwikkeling naar groen op en aan gebouwen kan volgens Van Ginkel het beheer van openbaar groen fundamenteel veranderen. 'In mijn studietijd leerde ik ontwerpen binnen de harde wanden van glas en beton.' Als de ontwikkeling van groene gebouwen doorgaat - en Van Ginkel is ervan overtuigd dat dit staat te gebeuren - veranderen die harde wanden van glas en beton in groene wanden, die dus een belangrijk deel van de groene openbare ruimte gaan invullen. De skyline van een stad wordt dus ook een green line. Dat geldt volgens Van Ginkel in eerste instantie voor hoogstedelijke gebieden, maar ook bij nieuw te bouwen wijken zie je steeds vaker dat er groene functies aan woningen worden gekoppeld.


De skyline van een stad wordt dan een green line

De mooiste recente voorbeelden van Van Ginkel op het gebied van 'levende gebouwen' zijn het RIVM-gebouw, het Wonderwoods-gebouw van de beroemde Italiaanse architect Stefano Boeri en het New Amsterdam Court House, dat in samenwerking met Heijmans wordt gebouwd. Al deze gebouwen hebben met elkaar gemeen dat groen een belangrijk onderdeel is, zowel aan de buitenkant, maar ook in de vorm van binnengroen. Ook die laatste productgroep is sterk groeiend bij de Ginkel Groep.

Doordat er geen harde grens meer zal bestaan tussen gebouwen en de omliggende stedelijke omgeving, zullen er volgens Van Ginkel nieuwe vormen van eigenaarschap ontstaan. Dat gebeurt al als de eigenaar van een groen gebouw feitelijk verantwoordelijk wordt voor het openbaar groen. Van Ginkel verwacht dat dit ook op andere manieren zal gebeuren, bijvoorbeeld door middel van burgerparticipatie. De overheid zal het beheer en dus ook het eigenaarschap van openbaar groen in grote mate gaan delen met burgers. Actuele voorbeelden daarvan zijn gemeenschappelijke moestuinen en voedselbossen. Van Ginkel: 'Openbaar groen is iets wat wij verzonnen hebben na de oorlog. Misschien heeft dat concept zijn langste tijd wel gehad en is het nu tijd voor andere concepten, die meer om de burger draaien.'

#dakwaterschap

Groen is en blijft belangrijk, maar in de visie van Van Ginkel zal water steeds belangrijker worden in de stad, en daarmee voor groenvoorzieners en hoveniers. Ook hier is een duidelijke link met het belangrijkste specialisme van de Koninklijke Ginkel Groep, het levende gebouw. Gebouwen zullen worden ingezet om water langer vast te houden, bijvoorbeeld via groene daken, maar ook door middel van kelders. Dat water kan ingezet worden voor het groen op en rond het gebouw, maar ook als grijswater binnen het gebouw, bijvoorbeeld om toiletten door te spoelen. Van Ginkel presenteert in dit verband een voor mij nieuwe term: dakwaterschap. Net als bij een gewoon waterschap moeten de eigenaars en beheerders van daken met elkaar samenwerken in het dakwaterschap, om het water dat op hun daken valt gezamenlijk beter te beheren.


Het tweede belangrijke thema van de toekomst is natuurlijk circulariteit. Dat kan om heel eenvoudige zaken gaan, zoals blad dat van de bomen valt en niet wordt afgevoerd, maar in borders wordt verwerkt. Circulariteit zal extra belangrijk worden als het begrip materialenpaspoort meer en meer zullen worden vereist.
Het lijkt Van Ginkel weleens te duizelen, zoveel nieuwe thema worden er steeds weer ontwikkeld: klimaatinclusief ontwerpen, bijvoorbeeld, biodiversiteit of duurzaam vergroenen.


Calimero

Hoewel de groene sector maatschappelijk steeds relevanter wordt, lijkt juist de sector zelf dat nog niet door te hebben. 'Wij lijden aan een Calimero-complex: wij zijn klein en zij zijn groot. Maar de maatschappij heeft ons al wel ontdekt. Dat leidt tot verrassende sollicitaties. Wij als groene sector zijn door jonge mensen ontdekt als een interessante werkgever. Dat komt vooral door de wat meer maatschappelijk geladen thema's zoals biodiversiteit. Maar niet iedereen in de sector kan iets met die thema's doen: als je het veld van FC Utrecht moet onderhouden, gaat het nu eenmaal niet om biodiversiteit.' Van Ginkel wil daarmee niet zegge dat dit dan mindere vakmensen zouden zijn. Integendeel: 'Ook dit zijn op en top vakmensen, die met passie en betrokkenheid hun vak uitoefenen.'


De sector lijdt aan een Calimero-complex: wij zijn klein en zij zijn groot

Het oude denken

In het interview lijkt het keer op keer terug te komen: het oude denken versus het nieuwe denken en nieuwe modellen. Het ultieme voorbeeld van oud denken noemt Van Ginkel de manier waarop wij inkoop hebben georganiseerd, met een eenzijdige nadruk op de laagste prijs. Van Ginkel: 'Het gaat er toch om wat je presteert, niet om de prijs die je opgeeft.' Daarom is Van Ginkel veel meer een voorstander van projecten waarbij je naast de aanleg ook het onderhoud voor een lange periode aanneemt. Het project van de Amsterdamse rechtbank heeft Van Ginkel bijvoorbeeld aangenomen voor een periode van dertig jaar. Daardoor kun je je als bedrijf ook echt aan een project committeren, en aan de ecosysteemdiensten die je met zo'n project moet leveren.


Toekomst

Ondanks de kritische en de soms wat mopperige toon lijkt Van Ginkel toch de rasoptimist te zijn die hij zegt te zijn. De Koninklijke Ginkel Groep gaat in zijn visie een mooie toekomst tegemoet. De verhouding tussen de grote groenvoorzieners is ook veel beter geworden. Dat komt vooral doordat ze steeds minder op elkaar lijken. Iedereen heeft zijn eigen accenten gezet en specialismes ontwikkeld; daardoor zitten de bedrijven veel minder in elkaars vaarwater. Van Ginkel: 'Dat was dertig jaar geleden wel anders.'


Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER